1 min. leestijd

Hoe bestrijd ik discriminatie in mijn klas?

  • Diversiteit & inclusie

Om discriminatie te voorkomen en te bestrijden moet je zowel maatregelen nemen om stereotypen en vooroordelen tegen te gaan, als daadkrachtig optreden wanneer je discriminatie waarneemt of iemand aangeeft gediscrimineerd te worden.

Ga vooroordelen tegen 

Stereotypen en vooroordelen vormen veelal de basis van discriminatie – het anders behandelen, achterstellen of uitsluiten van mensen op basis van persoonlijke kenmerken. En discriminatie is verboden. Daarom is het belangrijk dat je als leraar in eerste instantie bij jezelf te rade gaat wat jouw eigen stereotypen en vooroordelen zijn en hoe deze mogelijk jouw handelen beïnvloeden.  

Ook kinderen ontwikkelen al vanaf jonge leeftijd vooroordelen. Wat is dan een effectieve manier om vooroordelen ter discussie te stellen en leerlingen gelijkwaardigheid bij te brengen? Uit onderzoek onder kinderen blijkt dat het bevorderen van contact (direct en indirect) en van empathie en perspectief nemen het beste werkt. Indirect contact kun je bevorderen door het gebruik van boeken, speelmateriaal, media en instructie. En direct contact kun je bevorderen door rolmodellen in de klas uit te nodigen, zoals ouders en verzorgers, leraren of anderen van buiten de school. Liefst niet eenmalig, maar gekoppeld aan terugkerende thema's of activiteiten. Ook kun je onder leerlingen direct contact bevorderen door bijvoorbeeld tafelgroepjes of samenwerkopdrachten tussen leerlingen met een diverse achtergrond. 

Kijk kritisch naar je lesmateriaal 

Daarnaast is het als vakdocent of vaksectie ook belangrijk kritisch naar je eigen lesmateriaal, boeken, werkbladen en bronnen te kijken. Doe dit ook samen met je leerlingen. Vanuit welk perspectief wordt het verhaal verteld? Hoe zit het met het taalgebruik? Is het inclusief of discriminerend? Zien leerlingen zichzelf terug in de afbeeldingen of zijn die eenzijdig of zelfs stereotyperend? Zo kun je samen met je leerlingen stereotypen en vooroordelen bespreken, op zoek gaan naar andere perspectieven en inclusie bevorderen. Dit kan in alle lessen. 

Treed op tegen discriminatie 

Discriminatie is het anders behandelen, achterstellen of uitsluiten van mensen op basis van (persoonlijke) kenmerken. Deze kenmerken worden discriminatiegronden genoemd. De grondwet (artikel 1) en internationale mensenrechtenverdragen verbieden discriminatie op welke grond dan ook. In de gelijkebehandelingswetgeving in Nederland zijn onder andere de volgende discriminatiegronden expliciet verboden: 

  • geslacht, genderidentiteit en -expressie 
  • ras 
  • leeftijd 
  • nationaliteit 
  • godsdienst en levensovertuiging 
  • politieke overtuiging 
  • seksuele oriëntatie 
  • burgerlijke staat 
  • handicap of chronische ziekte 

Hierbij moeten we onderstrepen dat het niet alleen om directe en bewuste discriminatie gaat, maar ook om onbewuste achterstellingen en ongelijke uitkomsten voor mensen met bepaalde persoonskenmerken. Dat laatste heeft dan weer veel met (on)gelijke kansen te maken.  

Stel daarom duidelijke normen en grenzen in je les. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt namelijk dat als je verwacht dat anderen discriminatie afkeuren, je waarschijnlijk harder je best zult doen om het niet te doen. Maar als je denkt dat het door de vingers wordt gezien of zelfs wordt aangemoedigd, is de kans groter dat je zelf discrimineert. Je gedraagt je dan naar de sociale norm. De sociale norm is dan ook een sterke voorspeller van discriminatie. Het is daarom belangrijk om in je klas (met elkaar) duidelijke normen hierover af te spreken en ook over hoe je deze handhaaft. Want als je leerlingen beseffen dat discriminatie helaas nog weleens voorkomt, maar dat de meesten dit streng afkeuren, dan is de kans groot dat ze hun best zullen doen om niet te discrimineren. 

Deze website gebruikt cookies om je ervaring te meten en te verbeteren.