Voorbereiding
De mensenrechten voor leerlingen printen.
In de les
Laat de leerlingen in groepjes van vier met elkaar bespreken wat een mens allemaal gelukkig maakt en hoe deze zich goed kan ontwikkelen.
Geef daarbij enkele voorbeelden:
- ‘Om goed te kunnen groeien en zich te ontwikkelen, zou iedereen voldoende eten moeten hebben.’
- ‘Om gelukkig te zijn, zou iedereen een huis moeten hebben om in te wonen.’
- ‘Om zich goed te kunnen ontwikkelen, zou iedereen naar school kunnen gaan.’
- ‘Om gelukkig te zijn, zou iedereen lieve ouders en vrienden moeten hebben.’
Na tien minuten: maak een woordweb aan de hand van steekwoorden die de groepjes bedacht hebben.
Geef vervolgens elke leerling een kopie van de vereenvoudigde tekst van de UVRM. Bekijk samen met de leerlingen welke van hun woorden en zinnen ze kunnen terugvinden in de UVRM.
Als afsluiting kunt u de leerlingen vragen om een tekening te maken van een of meer mensenrechten. Of om meerdere keren (elke week) een tekening te maken van één mensenrecht en in een klassengesprek ingaan op wat dat recht voor henzelf betekent.