Voorbereiding
Vraag de leerlingen verschillende kranten en tijdschriften van huis mee te nemen. Verder nodig: scharen, lijmstift, plakband en A3-pagina’s of posterpapier, en een kopie van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens of zet die op het digibord. Lees voor de les zelf de samenvatting van Theorie Mensenrechten door.
In de les
Vertel de leerlingen het volgende: In onze moderne wereld hebben we meer dan ooit toegang tot informatie over wat er allemaal gebeurt in de wereld. Kranten, het nieuws en sociale media zijn gevuld met verhalen van hoop, tragiek, blijheid en verdriet. Soms eenvoudig, soms ingewikkeld.
Vaak komen in die verhalen ook mensenrechtenthema’s of vraagstukken aan de orde. We kunnen er patronen van succes in zien, waar de rechten worden gerespecteerd of de situatie verbeterd wordt. Maar ook patronen van problemen, waar de rechten niet nageleefd worden.
Vraag de leerlingen groepjes van 3-4 te vormen. Verdeel de kranten en tijdschriften en geef iedere groep, scharen, lijm en vier A3-pagina’s of poster- papier. Van de vellen papier plakken ze een grote, lege krant. Elke groep bedenkt een naam voor de eigen krant en schrijft die bovenaan.
Laat de leerlingen op zoek gaan naar artikelen, aankondigingen en advertenties die gelinkt kunnen worden aan (een van) de mensenrechten. Vraag hen om te zoeken naar vier categorieën:
- Mensenrechten die in de praktijk gebracht worden, mensen die voor hun rechten opkomen. Bijv. een artikel over een demonstratie (demonstratievrijheid) of een foto van een sportwedstrijd (recht op vrije tijd, gezondheid, vrijheid van vereniging).
- Mensenrechten die worden geschonden. Bijv. bericht over een ziekenhuis dat gesloten wordt (komt het recht toegang tot gezondheidszorg in de knel?) of een verdachte die geen advocaat krijgt.
- Mensenrechten die met succes worden beschermd. Bijv. een artikel over de hulp voor kinderen waar thuis niet goed voor gezorgd wordt.
- Mensenrechten met elkaar in conflict. Bijv. iemand zet persoonlijke gegevens van iemand anders op internet (vrije meningsuiting vs privacy) of post een racistisch filmpje (vs discriminatieverbod).
Stimuleer de leerlingen om niet alleen naar nieuwsartikelen en foto’s te kijken maar ook naar aankondigingen of advertenties. Als ze een verhaal vinden dat bij een van de categorieën mensenrechten past, plakken ze dat op.
Daarna kiest het groepje voor elke categorie één verhaal om te analyseren met de volgende vragen (zie schema):
- Over welke mensenrechten gaat het artikel?
- In welk artikel van de UVRM staat dat recht?
Vraag één leerling per groepje hun mensenrechtenkrant te presenteren, met een toelichting op de vier gekozen verhalen in het analyseschema.
In de nabespreking gaat u in op zaken als:
- Kwamen de mensenrechten in veel artikelen aan bod?
- Welke mensenrechten kwam het vaakst naar voren? Welke helemaal niet? Kun je dat verklaren?
- Hoeveel artikelen noemden echt mensenrechten? En hoeveel gingen er wel over mensenrechtenthema’s maar noemden geen mensenrechten? Waarom denk je dat er dan geen mensenrechten genoemd werden?
- Wat waren positieve acties of initiatieven waardoor mensenrechten beschermd werden? Wie zorgde daarvoor (Bijv. de overheid, het ziekenhuis, een gewone burger).
Sluit af door te vertellen:
- Dat mensenrechten in de eerste plaats door de overheid nageleefd moeten Zij moeten mensenrechten respecteren, beschermen en nakomen. Dan is het de overheid die iets moet doen, bijvoorbeeld zorgen dat discriminatie bestraft wordt.
- Maar sommige mensenrechten hebben zogenaamde ‘horizontale werking’ tussen burgers onderling. De ene burger mag de ander bijvoorbeeld niet discrimineren.
- Als gewone burger heb je ook de verantwoordelijkheid om waar het kan bij te dragen aan mensenrechten.