Wat betekent 'design for all' voor onderwijs?
- Diversiteit & inclusie
Design for all (ook wel universal design) is een term voor het proactief ontwerpen van producten en omgevingen. Het doel is om deze zo bruikbaar en toegankelijk mogelijk te maken voor alle mensen.
Het doel is om deze zo bruikbaar en toegankelijk mogelijk te maken voor alle mensen. Zo zit je meteen goed en hoef je later niet alsnog aanpassingen voor toegankelijkheid te doen. Design for all is ook ontwerpen met het oog op de menselijke diversiteit, sociale inclusie en gelijkheid. Vooral bij nieuwbouwplannen en verbouwplannen kan dit de meest kosteneffectieve en inclusieve oplossing zijn.
Je kunt hierbij denken aan een toilet waar iedereen naartoe kan. Niet alleen mensen in een rolstoel, maar ook mensen die een rollator gebruiken of een ouder die kleine kinderen mee wil nemen naar het toilet, hebben baat bij veel ruimte in het toilet. Een aangepast toilet is dus geen voorbeeld van inclusie, maar een toilet dat iedereen kan gebruiken wel.
Een ander voorbeeld is ondertiteling. Doven en slechthorenden hebben ondertiteling nodig om de televisie en filmpjes op internet te kunnen volgen. Mensen die goed horen, kijken ook filmpjes met ondertiteling wanneer ze geen geluid aan kunnen of willen zetten. Ondertiteling maakt het leven dus voor iedereen gemakkelijker. Verder kun je ook denken aan automatische deuren, voldoende grote en contrasterende belettering, in hoogte verstelbare tafels en stoelen, maar ook ruim voldoende tijd om informatie te lezen of een toets te maken.
Het is ook belangrijk dat studenten les krijgen passend bij hun leerbehoeften. De onderwijsinstelling kan zich richten op zogenaamde complexe vaardigheden en universal design for learning (UDL): universeel ontwerp voor leren. UDL gaat uit van drie uitgangspunten:
- Sluit aan bij de interesses en intrinsieke motivatie van de student.
- Bied lesstof op verschillende manieren aan.
- Bied verschillende mogelijkheden om de verworven kennis en vaardigheden te demonstreren.
Door een leerling of student bij diens eigen leerproces te betrekken, achterhaal je wat diegene nodig heeft om optimaal te leren. Leraren kunnen zich trainen in het aanbieden van lesstof op verschillende manieren: visueel, auditief, onderzoekend, in groepswerk of alleen. Dit alles afhankelijk van de behoefte van de leerling en student, of deze nu een ‘officiële’ beperking heeft of niet.