1 min. leestijd
Wat zijn de belangrijkste kenniscomponenten van mensenrechteneducatie?
Onderstaande lijst geeft een overzicht van de belangrijkste kenniscomponenten van mensenrechteneducatie.
- Dat iedereen, overal, bepaalde onvervreemdbare rechten heeft.
- Waarom mensenrechten geformuleerd zijn: het voorkomen van vergelijkbare verschrikkingen als in de Tweede Wereldoorlog.
- De historische en filosofische achtergrond van de mensenrechten.
- Dat mensenrechten door verschillende culturen en achtergronden anders worden gezien.
- Dat mensenrechten gestoeld zijn op de idee van menselijke waardigheid, de gelijke behandeling van iedereen en het respect voor diversiteit.
- De kernbegrippen vrijheid, gelijkheid, menselijke waardigheid, universaliteit en het zelfbeschikkingsrecht.
- De verschillende categorieën van fundamentele rechten: het gelijkheidsbeginsel, de vrijheidsrechten, politieke rechten, sociale, economische en culturele rechten, met voorbeelden uit elke categorie.
- De universaliteit en de ondeelbaarheid van het gedachtegoed van mensenrechten, dus ook van burgerrechten en politieke rechten, en sociale, economische en culturele rechten.
- De wereldwijde ondertekening van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) en het bindend karakter van de daarop gebaseerde VN-verdragen als het Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten en Economische, Sociale en Culturele Rechten, en – in Europa – het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- De globale inhoud van de UVRM en bovengenoemde verdragen. En ook van het Handvest Grondrechten van de EU en specifieke VN-verdragen als het Vrouwenverdrag, het Kinderrechtenverdrag, het Verdrag tegen Rassendiscriminatie, het Verdrag handicap, de Geneefse Conventies.
- Dat rechten niet losstaan van verantwoordelijkheden: van overheden en van individuen. Het idee van ‘dragers’ van rechten en van verantwoordelijkheden (‘rightsholders’ en ‘duty-bearers’, rechthebbenden en plichtsdragers.
- Wat de verantwoordelijkheid is van de Nederlandse staat en wat van het individu.
- De verhouding tussen internationale verdragen en de Nederlandse Grondwet – dat in de rechtspraktijk veel mensenrechten in internationale verdragen (met name het EVRM) belangrijker zijn dan de grondrechten in de Grondwet.
- De verschillende dimensies van mensenrechten: ethisch, juridisch, politiek.
- De rol van mensenrechten in het denken over ontwikkelingsvraagstukken en mensenrechten in mondiaal perspectief: de consequenties van het handelen hier voor de rechten van mensen elders.
- Dat mensenrechten in Nederland niet alleen gelden voor mensen met een Nederlands paspoort maar voor iedereen.
- De botsing van rechten en de weging die in de praktijk moet plaatsvinden tussen fundamentele rechten.
- De toegestane beperkingen (‘beperkingsgronden’) van fundamentele rechten.
- De notie van universele jurisdictie voor de ergste mensenrechtenschendingen: genocide, misdaden tegen de menselijkheid, het Internationaal Strafhof.
- Instituties (accountability mechanisms), zowel op nationaal als op internationaal niveau.
- De verhalen van belangrijke verdedigers van mensenrechten.