Waar komen mensenrechten vandaan?
- Mensenrechten algemeen
Vaak wordt gesteld dat de formulering van mensenrechten hun oorsprong vinden in de verschikkingen van de Tweede Wereldoorlog, waarna de Verenigde Naties zijn opgericht en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zijn opgesteld. Dat was een belangrijke mijlpaal. Maar mensenrechten gaan eigenlijk veel verder terug.
Van oudsher zorgen mensen voor elkaar en leven ze in verbinding met mens en natuur. Griekse filosofen vonden 2300 jaar geleden al dat menselijke waarden als gelijkheid en vrijheid van gedachte universeel zijn. In de tijd van de Verlichting (zeventiende en achttiende eeuw) kreeg het idee van mensenrechten steeds meer vorm. Denk maar aan de Franse Revolutie en de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring. En al vóór de Tweede Wereldoorlog werd in verschillende landen een aantal mensenrechten vastgelegd. Bijvoorbeeld het verbod op slavernij, de gelijkheid tussen man en vrouw en het recht op onderwijs.
Na de verwoestende Tweede Wereldoorlog werden in 1945 de Verenigde Naties opgericht. Zo ontstond de mogelijkheid en de wil om met een groot aantal landen afspraken te maken over fundamentele rechten en vrijheden. Wat hebben mensen nodig om een waardig menselijk leven te leiden? Hoe kunnen overheden dit zoveel mogelijk garanderen? En hoe kunnen mensen worden beschermd tegen de willekeur van de overheid?
Met deze vragen gingen de opstellers van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) aan de slag. Ze werden het eens over gemeenschappelijke waarden zoals respect, gelijkwaardigheid, vrijheid, menselijke waardigheid, inclusiviteit, participatie en verantwoordelijkheid voor elkaar. Ieder mens telt. Deze waarden vormen de basis voor de mensenrechten. Op 10 december 1948 ging de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties akkoord met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Hierin staan dertig mensenrechten. 10 december geldt nu als de Internationale Dag van de Mensenrechten.
De UVRM is een verklaring, een plechtige tekst, en geen juridisch bindend verdrag. Maar de verklaring was destijds een mijlpaal en zou gezaghebbend worden. Voor het eerst werden rechten van individuele mensen door landen gezamenlijk opgeschreven en geaccepteerd. De UVRM is als geen andere tekst wereldwijd vertaald, ontelbare keren aangehaald en opgenomen in grondwetten en verdragen.
Maar de tijd heeft sinds 1948 natuurlijk niet stilgestaan. De Universele Verklaring is, zoals het woord al zegt, vooral een mooie verklaring – een belofte, maar niet iets waaraan landen gebonden waren. Sindsdien hebben staten in verdragen allerlei bindende afspraken gemaakt over mensenrechten. Zo zijn er speciale verdragen gekomen om de rechten van kinderen of mensen met een beperking (gehandicapten) te beschermen. En er bestaan verdragen tegen discriminatie op basis van ras of geslacht. Ook hebben veel landen mensenrechten in hun eigen grondwetten opgenomen.