Hoe leef ik zelf mensenrechten voor, in houding en methodiek?
- Veilig klimaat
- Diversiteit & inclusie
- Participatie
Kennis van mensenrechten heeft weinig betekenis als leerlingen mensenrechten in de praktijk niet ervaren of er niet mee kunnen oefenen. Als leraar moet je mensenrechten dan ook voorleven in de klas. Oftewel: practise what you preach.
Hoeveel zin heeft het om bijvoorbeeld te leren over het recht van kinderen om hun mening te geven en gehoord te worden bij alle beslissingen die over hen gaan, als ze in de praktijk niet betrokken worden? Hoe kunnen leerlingen het belang van het verbod op discriminatie begrijpen, als ze in de praktijk zien dat er niet wordt opgetreden tegen uitsluiting, pesten en racistische uitlatingen? En wat betekent het recht op een identiteit, als ze hun seksuele oriëntatie of geloofsovertuiging moeten verbergen, of hun moedertaal als minderwaardig wordt bestempeld?
Het hierbij dus om het creëren van een leeromgeving in de klas waarin zowel jij als leraar als jouw leerlingen elkaar respecteren en waar de onderliggende waarden en de uitgangspunten van mensen- en kinderrechten worden hooggehouden. Oftewel creëer een open pedagogisch klimaat met positieve relaties tussen je leerlingen onderling en tussen jou en je leerlingen.
Enkele manieren waarop je kunt werken aan een positieve, welkome en veilige klasomgeving waarbinnen je mensenrechten kunt voorleven, zijn:
- Mensenrechten respecteren: vrijheid van meningsuiting oefenen
- Veiligheid creëren zonder vooroordelen
- Aansluiten bij de leerbehoeften van je leerlingen
- Het bespreken van een lastige werkelijkheid
Oefenen met mensenrechten en het ervaren van mensenrechten in de dagelijkse (onderwijs)praktijk is dus een voorwaarde voor effectieve mensenrechteneducatie. Dit moet in jouw klas herkenbaar zijn in de mate van participatie van jouw leerlingen, van respect voor diversiteit en inclusie, en van veiligheid.