1 min. leestijd

Hoe gaan we met elkaar om?

  • Veilig klimaat

Binnen een school en klas zijn er verschillende relaties, bijvoorbeeld de relatie tussen de leerlingen onderling en de relatie tussen de leerlingen en het schoolpersoneel. Op alle relatiegebieden kan een school werken aan een goede omgang met een veilig klimaat als resultaat.

Goede relaties bevorderen een veilig klimaat waarin iedereen gelijk is. Waar niet gediscrimineerd wordt, waarin iedereen kan meedoen en leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Een klimaat waarin iedereen gevoel krijgt voor de balans tussen rechten en verantwoordelijkheden. Dit geldt voor zowel de klas als voor de hele school. 

Je kunt aan de slag met onderstaande relaties voor wat betreft omgang tussen... 

  • leerlingen en studenten onderling; 
  • schoolpersoneel en leerlingen en studenten; 
  • schoolmedewerkers onderling; 
  • school en ouders;
  • school en buurt. 

Relaties tussen leerlingen en studenten onderling 

De school en de klas vormen een belangrijke leeromgeving. Leerlingen en studenten zien elkaar veel en het is belangrijk dat hun onderlinge relaties goed zijn. Dit betekent niet dat iedereen vrienden van elkaar moet zijn, maar wel dat leerlingen en studenten elkaar respecteren en in hun waarde laten. Een school die oefent met mensen- en kinderrechten bevordert dit. Leerlingen leren dat conflicten erbij horen, maar dat ze deze ook kunnen oplossen en dat pesten of agressief gedrag te ver gaat.  

Relaties tussen schoolpersoneel en leerlingen 

Een positieve omgang tussen schoolpersoneel (zowel onderwijsgevend als niet-onderwijsgevend) en leerlingen bevordert het leerproces binnen de school. Het zorgt ervoor dat iedereen zich veilig en gewaardeerd voelt. Relaties gaan uit van de gelijkwaardigheid van iedereen en zijn gebaseerd op wederzijds respect en begrip.  

Relaties tussen medewerkers onderling 

Het is belangrijk dat het personeel op school zich gewaardeerd voelt en dat hun mensenrechten beschermd worden. Of iemand nou leiding geeft, op de administratie werkt, voor de klas staat, schoonmaakt of in de tuin werkt. Het vraagt aandacht van iedereen om die professionele schoolcultuur daarop te richten. 

Relatie tussen school en ouders/verzorgers 

Ouders en verzorgers zijn tot 18 jaar primair verantwoordelijk voor de opvoeding. Zij moeten zorgen voor een zo goed mogelijke uitgangspositie van hun schoolgaande kinderen. Daaronder vallen goede verzorging, een stimulerende thuisomgeving en hulp bij het ontwikkelen van kennis en sociale vaardigheden. 

Met de school hebben ouders ten eerste een juridische relatie. De school moet goede onderwijskwaliteit garanderen en informatie leveren over de prestaties van de leerling en de school. Maar ouders en school zijn ook samenwerkingspartners. Ze spelen beide een belangrijke rol in de ontwikkeling van hun minderjarige kind en jongvolwassen student.  

In het primair onderwijs is die samenwerking meer vanzelfsprekend omdat de ouder nog vaak de school en klas binnenloopt. Er is meer contact met de leerkrachten en meer participatie. In het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs is die afstand groter en de betrokkenheid van ouders minder. Er leven vaak wederzijds verschillende verwachtingen over wat de ander zou moeten doen. Ouders zijn soms zoekende naar hun rol. Ze zouden graag meer samenwerken met de school, maar weten vaak niet hoe. Soms nemen ouders juridische stappen tegen de school. In sommige gevallen kan een bemiddelingsgesprek helpen om tot een oplossing te komen.  

Waarom is deze trend hier relevant? Meer en betere samenwerking tussen school en ouders draagt bij aan een betere sfeer en prettigere omgang. School en ouders hebben een gezamenlijk doel voor ogen: de ontwikkeling van de leerling en student. Werken aan ouderbetrokkenheid – ook in het mbo - vergroot mogelijkheden voor gelijke kansen van studenten. En als de school overgaat tot het schoolbreed oppakken van mensen-en kinderrechten, is het goed dat leraren daarover met ouders in gesprek gaan. De school kan ouders ook een rol bieden bij onderdelen van het ontwikkelplan om mensenrechten op school in de praktijk te brengen. Er is dan ondersteuning vanuit de thuissituatie. 

Relatie tussen school en buurt  

De school kan relaties aanknopen met mensen die in de wijk wonen en werken. Je kunt deze mensen uitnodigen. Denk aan winkeliers, buschauffeurs, politiemedewerkers, sociaal werkers, journalisten, professoren of gemeenteraadsleden. Maak daarbij de link van deze beroepen met mensen- en kinderrechten en benoem deze ook expliciet. Het is natuurlijk ook gewoon leuk om te praten over het werk dat deze mensen doen. 

Ook kun je gastleraren uitnodigen van mensen- en kinderrechtenorganisaties, zoals Amnesty International, UNICEF, Anne Frank Stichting en CMO. De kennis over en betrokkenheid met mensen in de Nederlandse samenleving en daarbuiten kan ook vorm krijgen in projecten en werkstukken. 

Leerlingen kunnen mensen buiten school helpen om voor hun rechten op te komen. Laat ze daar zelf over brainstormen en iets moois tot stand brengen. Ze kunnen bovendien met acties van bijvoorbeeld Amnesty International meedoen. 

Daarnaast kunnen scholen relaties aanknopen met andere scholen in binnen- en buitenland rond bepaalde mensenrechtenthema’s. Bijvoorbeeld als UNESCO-school die zich inzet voor mensenrechten, als internationaliserende school, vanuit ‘wereldburgerschap’. 

Als laatste...

Bedenk ook dat sociale veiligheid ook sterk samen hangt met participatie en het stellen en handhaven van normen. Het is tevens een voorwaarde voor het gevoel van erbij horen (inclusie).

Meer weten? Lees meer over participatie en diversiteit en inclusie op school.

Deze website gebruikt cookies om je ervaring te meten en te verbeteren.